Ook ten huize Halet werd 2021 niet op de klassieke manier ingezet. Geen kindjes die met veel bravoure of net heel timide op een tafeltje aan de stoof hun nieuwjaarswensen opzeggen aan meter en peter.

Deze keer was het buiten te doen, met uitzicht op de tuin. En na het afsluitende zinnetje “je liefste kapoentje, 1 januari 2021, De Pinte” en het uitwisselen van enkele cadeautjes, werden de eerste gespreksonderwerpen (en de taart) aangesneden.

De tuinomgeving zorgde er alvast voor dat ook minder klassieke onderwerpen aan bod kwamen. Zo stak mijn papa van wal: hij vertelde me dat hij er telkens van schrikt hoeveel water hij kan opvangen van het dak op het tuinhuis. Zeker nu met de natte wintermaanden maakt hij de regenwaterton steevast leeg om de tuin te sproeien.

Hij heeft bovendien geleerd van een nonkel om dit water niet te dicht tegen de beplanting te sproeien maar op redelijke afstand. Zo moeten de wortels ook een beetje moeite doen om erbij te geraken en wordt de beplanting weerbaarder in perioden van langdurige droogte. De tuin van de nonkel in kwestie stond er de afgelopen zomers ook altijd zeer mooi bij zelfs zonder extra besproeiing in de droge maanden. Een losse anekdote, maar ik kan me er toch wel iets bij voorstellen.

Image
Dirk_sproei_tuin

Dit toont hoe contra-intuïtief net effectief kan zijn. We sproeien onze tuinen, akkers en voetbalvelden bij warm zonnig weer, niet als de dagen koud en nat zijn. Toch zou dit alvast een belangrijke maatregel zijn om de uitdagingen rond waterschaarste aan te pakken: nu kunnen we met overschotten de grondwaterstanden weer aanvullen zodat die het minder hard te verduren krijgen bij droogte. 

Tijdens de afgelopen zomermaanden werden we dagelijks om de oren geslagen met captatie-en sproeiverboden. Wat als we in januari, februari, … dezelfde aandacht zouden kunnen mobiliseren voor de omgekeerde handeling? Om te moeten sproeien en irrigeren? Grondwaterbankieren noemen ze dit in de VS.

Dat brengt mij bij één van de initiatieven van 2020 waar ik zeer graag op terugkijk, "H2050 - Transitiearena Water". Een meer dan fijne samenwerking met het VITO Transitieplatform. Binnen dit initiatief hebben VMM, De Vlaamse Waterweg, De Watergroep, Aquafin en VITO/Vlakwa de kans gecreëerd om ruimte te geven aan een groep frisdenkers uit verschillende disciplines.

We stonden stil bij een aantal vanzelfsprekendheden en stelden ze in vraag. Een kritische blik is immers de basis om een vernieuwende aanpak te definiëren om de wateruitdagingen tegemoet te zien. Deze methode nemen we ook mee voor 2021: samen met denkers, doeners en beslissers vanzelfsprekendheden ombuigen en met vernieuwende ideeën impact krijgen.

De reden achter bepaalde vanzelfsprekendheden is trouwens het onderwerp van een interessant boek, dat ik tijdens de kerstvakantie met veel plezier las. “Een huis vol” van Bill Bryson geeft inzicht in de geschiedenis van alledaagse objecten of huiselijke gewoontes zoals “Waarom heeft een vork vier tanden?” of “Waarom zijn we van alle specerijen zo gehecht aan zout en peper?”. Het boek maakt duidelijk dat onze vastgeroeste gewoontes of intuïties vaak gevormd zijn door toevalligheden in de geschiedenis. Door van tijd tot tijd uit het ‘normale’ te stappen en deze gewoontes of intuïties in vraag te stellen, kan je tot baanbrekende inzichten en innovaties komen.

Mijn wens voor 2021 is dat we vaker onze intuïtieve handelingen in waterbeheer en - beleid in vraag stellen en dat we vanuit zo breed mogelijke disciplines tijd maken om in gesprek te gaan. Voor mij althans het recept voor innovatie en implementatie in 2021, waar we vanuit Vlakwa graag onze schouders onder zetten.

Dirk Halet

Vlakwa, 1 januari 2021, Kortrijk