Mijn grootouders zijn van Westkapelle. Het gebeurde dus vaak dat we in onze jeugd tijd spendeerden aan de kust, en toch is er toen kennelijk iets cruciaals aan mij voorbijgegaan. Het was pas tijdens de afgelopen zomervakantie dat mijn “beeld” van de kust drastisch veranderde. We spoelen terug naar eind augustus toen we enkele dagen met ons dochtertje en zoontje van 5 en 3 jaar naar de Belgische kust op vakantie gingen.
Op een zonnige namiddag passeerden we toevallig langs een kraampje van strandbloemetjes gemaakt van crêpepapier. Mijn dochtertje vroeg of ze er eentje mocht krijgen. Het antwoord was klaar en duidelijk – “59 schelpjes, graag”. Een daar ter plaatse verzonnen regel die, zoals later zal blijken, een enorme impact heeft gehad op mijn beleving van de kust :).
59 schepjes, geen probleem, schelpjes in overvloed! In de kortste keren hadden zoon- en dochterlief de nodige schelpjes verzameld. Het duurde evenwel niet lang vooraleer mijn zoontje met zijn hoofdje tegen de schouder en zijn lip in pruilmodus kwam zeggen dat deze schelpjes niet goed waren. Bij navraag dienden het zogenaamde couteautjes te zijn en zo werden papa en mama ingeschakeld in het vinden van deze zeldzame schelpjes en werd mijn blik afgeleid van de zee richting de vierkante meter strand voor mijn voortschrijdende voeten.
Op veel grotere schaal en met veel grotere impact heeft de mensheid gedurende de looptijd van de geschiedenis ook een evolutie doorgemaakt van verschillende “wereldbeelden”. Gaande van een deocentrisch wereldbeeld (waarbij de mens verantwoording aflegt aan de god(en)), naar een homocentrisch wereldbeeld (waarbij God van het toneel verdwijnt en de vrije wil van de mens centraal staat). Uit dit homocentrisch wereldbeeld ontstonden stromingen als het kapitalisme, communisme, nazisme die in de vorige eeuw een belangrijke strijd hebben gevoerd om hun gelijk te halen (Tweede Wereldoorlog, Koude Oorlog).
In de 21ste eeuw komt mogelijks een nieuw wereldbeeld op het toneel waarbij er wordt vanuit gegaan dat alle levende wezens niets anders zijn dan biologische algoritmes die kunnen gehackt, gestuurd en geüpgraded worden. Aan elk van deze wereldbeelden zijn ook verzonnen regels gekoppeld (in onze contreien was dit bv. de 10 geboden; de klant is koning/de kiezer heeft altijd gelijk; data zijn vrij…). Regels die een niet onbelangrijke impact hebben gehad op de sociale en technologische innovaties in een bepaalde regio/tijdsperiode (de trebuchet, de stoomtrein,… tot en met genetische modificatie en artificiële intelligentie als tool voor bv. het upgraden van (biologische) algoritmes).
Belangrijk in bovenstaand verhaal is te beseffen dat een dominant wereldbeeld dat zich in een bepaalde regio/tijdskader manifesteert, het gevolg is van een reeks toevallige gebeurtenissen. Yuval Noah Harari verwoordt dit zeer mooi in zijn boek Homo Deus:
“We vergeten dat onze wereld is ontstaan door een toevallige reeks gebeurtenissen en dat de geschiedenis niet alleen verantwoordelijk is voor onze technologie, politiek en maatschappij, maar ook voor onze gedachten, angsten en dromen. De kille hand van het verleden rijst op uit het graf van onze voorvaderen, grijpt ons in ons nekvel en richt onze blik op één enkele toekomst. We voelen die greep al sinds onze geboorte, dus we nemen aan dat het een natuurlijk, onontkoombaar deel van onszelf is. Daardoor proberen we ons maar zelden los te schudden om alternatieve toekomsten voor ons te zien.
Het bestuderen van onze geschiedenis is bedoeld om de greep van verleden losser te maken. Het stelt ons in staat eens naar links en naar rechts te kijken en mogelijkheden te zien die onze voorouders zich niet kunnen voorstellen, of waarvan ze niet wilden dat wij ons die zouden voorstellen. Door het observeren van de toevallige reeks gebeurtenissen die ons hier heeft gebracht, beseffen we hoe onze gedachten en dromen gevormd zijn en kunnen we ineens ook anders gaan denken en dromen. De studie van onze geschiedenis kan ons niet vertellen wat we moeten kiezen, maar geeft ons in elk geval meer opties….”
Dit geldt zeker ook vandaag als we geconfronteerd worden met globale uitdagingen op het gebied van zorg, toegang tot water, enz. In het definiëren van mogelijke oplossingen om op deze uitdagingen een antwoord te formuleren, vertrekken we vaak vanuit deze bestaande wereldbeelden, paradigma’s, overtuigingen en opvattingen. Wat er dan ook voor zorgt dat we de gekende oplossingen vooruit blijven schuiven en echte transformatieve innovaties het daglicht niet zien.
Als we een systeem (zoals het gezondheidssysteem, watersysteem,…) van koers willen laten veranderen, moeten we de onderliggende overtuigingen/opvattingen niet alleen helder krijgen, maar ze ook in vraag durven stellen. Dit is een belangrijke competentie binnen het systeemdenken. Bovendien kunnen we niet anders dan vaststellen dat alleen dit soort “out of the box”-denken leidt tot grondige innovatie.
Binnen haar werking is “systeemfocus” alvast één van de drie pijlers waarrond Vlakwa initiatieven opzet. Het is daarnaast ook veelbelovend om in het advies van het Vlaams relancecomité te lezen dat deze meta-competitie van systeemdenken best wordt verankerd in de eindtermen van de diverse opleidingen en dat de overheid dient te evolueren naar een systeemdenkende overheid. Ook in de recent gepubliceerde adviezen van SERV “Advies waterschaarste en droogte-aanbevelingen voor slim en circulair watergebruik” en MINA “Aanbevelingen voor strategisch watervoorraadbeheer” wordt hier zeer sterk de nadruk op gelegd. Het is ook de focus van het European Partnership Water Security for the Planet (Water4All) in het kader van het Horizon Europe Programma.
Voor mij betekent systeemdenken dat ik mij los kan maken van de verzonnen regel “met Couteauschelpjes kan je bloemetjes in crêpepapier kopen” en ik mijn blik terug kan oprichten naar de weidse horizon.