Op 12 april keurde de Europese Raad de herziene richtlijn rond industriële emissies (IED) goed. In die nieuwe richtlijn komt de nadruk te liggen op innovatie en verbeterd waterbeheer binnen bedrijven. De huidige IED die van kracht was sinds 2010, regelt welke stoffen industriële installaties mogen lozen in de lucht, het water en de bodem. Dat gebeurt via individuele vergunningen op basis van sectorspecifieke richtlijnen die bekend staan als Best Available Technique Referentiedocumenten (BREF’s). In de volgende alinea’s gaan we dieper in op een aantal belangrijke wijzigingen in de nieuwe IED.

Beter waterbeheer

De richtlijn werkt met BBT’s (Best Beschikbare Technieken) en daarmee geassocieerde emissieniveaus, en met milieuprestatieniveaus: 

  • De BBT-geassocieerde emissieniveaus worden weergegeven als een bandbreedte. Bijvoorbeeld, door het toepassen van BBT kan voor een bepaalde verontreinigende stof een emissienorm of lozingsnorm worden bereikt tussen 3 en 15 mg/l. Voorheen werd bij het verlenen van vergunningen vaak gekeken naar de bovenste limiet (in dit geval 15 mg/l). In de toekomst zal de bevoegde autoriteit echter de strengst mogelijke emissiegrenswaarde vaststellen binnen deze bandbreedte, gebaseerd op de toepassing van BBT in de specifieke te vergunnen installatie. Dat kan voor installatie A bijvoorbeeld 5 mg/l zijn en voor installatie B kan dat 3 mg/l zijn.
  • Bij de vaststelling van emissiegrenswaarden voor verontreinigende stoffen moet de bevoegde autoriteit rekening houden met alle stoffen, inclusief potentieel zorgwekkende stoffen.
  • Daarnaast blijft het vereist dat de vergunning niet alleen voldoet aan de BBT-conclusies, maar ook aan de milieukwaliteitsnormen van het ontvangende water. Hierbij wordt specifiek benadrukt dat emissiegrenswaarden rekening moeten houden met variaties in de dynamiek van waterstroming.
  • Waar vroeger de milieuprestatieniveaus (o.a. op waterverbruiksniveau, -efficiëntie, en -hergebruik) eerder vrijblijvend waren, krijgen ze nu een bindend karakter.
     

Stimuleren van innovatie

De nieuwe richtlijn wil innovatie meer onder de aandacht brengen. Dus…

… wordt ook het innovatiecentrum voor industriële transformatie en emissies (INCITE) opgericht (juni 2024). INCITE zal informatie rond innovatieve technieken samenbrengen, analyseren en delen. Het gaat daarbij om technieken die bijdragen aan (i) geminimaliseerde verontreiniging, (ii) decarbonisatie, (iii) hulpbronnenefficiëntie en (iv) een circulaire economie die minder of veiligere chemische stoffen gebruikt.

… kunnen voor het testen van innovatieve technieken tijdelijke afwijkingen worden toegestaan in de vergunning (max. 30 maanden).

… moeten de exploitanten die onder de IED vallen een transformatieplan opnemen in hun MBS (milieubeheersysteem). Dat plan moet informatie bevatten over de manier waarop de exploitant de installatie in de periode 2030-2050 zal transformeren om bij te dragen aan een duurzame, schone, circulaire, hulpbronnen-efficiënte, en klimaatneutrale economie. Het plan moet ook openbaar worden gemaakt. Tegen uiterlijk 30 juni 2026 zal de commissie de inhoud van die plannen specifiëren.

Uitbreiding scope

In Vlaanderen vallen op vandaag ongeveer 800 industriële installaties onder de scope van de richtlijn, net als 800 landbouwbedrijven.

De IED verlaagt wel de drempels voor varkens- en pluimveehouderijen, waardoor die onder strengere emissieregels vallen. De drempel voor de varkenshouderij is verlaagd van 2.000 mestvarkens of 750 zeugen naar respectievelijk 350 grootvee-eenheden, ofwel 1.166 mestvarkens of 700 zeugen. In de pluimveehouderij ligt de drempel nu op 21.400 legkippen en 40.000 vleesveekippen. Bij de vorige richtlijn waren dat nog bedrijven met 40.000 legkippen of vleesveekippen. 

Ook binnen de industriële installatie wordt de scope uitgebreid. Zo valt nu ook de productie van batterijcellen (15.000 ton batterijcellen per jaar) onder de scope, en wordt de drempel voor de productie van waterstof op basis van elektrolyse op 50 ton per dag gelegd.

Vervolgstappen

De nieuwe richtlijn wordt nu gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU. Daarna hebben de lidstaten 22 maanden tijd om de bepalingen van de richtlijn in de nationale wetgeving te gieten.

Meer informatie vind je hier.