Wat we leren van de COVID-19 crisis is dat de veerkracht van ons gezondheidssysteem moet worden verbeterd om crisissen als deze of andere noodgevallen te kunnen opvangen. Hierbij is dan al snel de reflex dat er te weinig buffers werden ingebouwd: te weinig mondmaskers, te weinig ademhalingsapparatuur, te weinig ministers van volksgezondheid, … Vaak kan je een systeem (op korte termijn) inderdaad stabiliseren door haar buffercapaciteit te vergroten. Maar grote buffers kosten veel geld in aanleg en onderhoud. Buffers veranderen ook niets aan de achterliggende oorzaken en kan je ook niet op korte termijn aanleggen.

Dit werd zeer duidelijk tijdens de huidige crisis, waarbij we noodgedwongen zijn beginnen denken wat we kunnen doen om de vraag naar gezondheidszorg meer te gaan afvlakken in tijd en ruimte zodat we binnen de bestaande capaciteit iedereen zo goed en zo kwaad mogelijk van de juiste zorg kunnen voorzien (flattening the curve). Hierbij werd in eerste instantie ingezet op het introduceren van een aantal heel eenvoudige regels, die een groot aantal mensen naleven. 'Social distancing' en 'handen wassen' zorgden ervoor dat de verspreiding met 40 procent verminderde. Dit is een common practice van onze leermeester de natuur, die reeds 3,5 miljard ervaring heeft in het laten functioneren van biologische systemen. Een prachtig natuurverschijnsel als een zwerm spreeuwen functioneert op basis van drie simpele regels: afstand houden, elkaar niet aanraken en de andere volgen (waar hebben we dit nog gehoord).

Na de coronacrisis worden we geconfronteerd met een nakende watercrisis. Wat speelt binnen het gezondheidssysteem, speelt ook binnen het watersysteem. “Hoe kunnen we de veerkracht van ons watersysteem vergroten”. De uitbreiding van reservoirs om droogte en watertekorten het hoofd te bieden (vergroten buffercapaciteit), wordt op veel plaatsen over de hele wereld fel bediscussieerd. Maar zoals de Nature publicatie “Water supply can worsen water shortage” heeft aangetoond brengt dit weinig zoden aan de dijk, indien we niet werken op de vraagzijde. Zijnde, hoe brengen we onze watervraag naar beneden, maar ook hoe kunnen we onze vraag voor diverse waterbronnen meer spreiden in tijd en ruimte om binnen de bestaande capaciteit van ons watersysteem te blijven.

Om dit te realiseren moeten we terug eenvoud krijgen in ons watersysteem. Een eerste testcase in deze richting zouden we alvast kunnen realiseren op het niveau van de private regenwaterputten. Vandaag zijn er in Vlaanderen naar schatting anderhalf miljoen private regenwaterputten, hiermee heeft Vlaanderen de hoogste dichtheid aan regenwaterputten/m2. Deze regenwaterputten zijn vandaag goed voor een totale capaciteit van minstens 10 miljoen m³ (ter vergelijking: het spaarbekken de Blankaart heeft een buffercapaciteit van 3 miljoen m³ en is ruim voldoende om één derde van de Provincie West-Vlaanderen van drinkwater te voorzien). 

Met de toenemende hevigheid aan regenbuien, aanhoudende droogte, trends rond zelfvoorzienend wonen en meer thuiswerk (deze laatste met dank aan de recente lockdown – tevens resulterend in een snellere leegstand van deze waterputten - en hieraan gekoppeld een toenemende bewustwording dat water niet zo ongelimiteerd is als we soms denken), is het waardevol om verder te investeren in slim ontwerp en beheer van onze private regenwaterputten. Bijkomend mogen we niet vergeten dat regenwater het resultaat is van een natuurlijk destillatieproces (lees: gratis zuiveringsproces / gratis dienst van onze natuur) en het een zonde zou zijn indien we, op de plaats waar de regen terug naar benden valt, daar geen nuttige dingen mee zouden doen. Zeker indien de luchtkwaliteit ook nog eens verder verbetert (een fenomeen die we ook hebben vastgesteld als gevolg van de lockdown), waardoor de stoffen, die de regendruppels bij hun val door de lucht nog meenemen, verder worden teruggedrongen. 

De centrale vraag is hoe we deze veelvoud aan kleine regenwaterputten op basis van een aantal simpele regels kunnen doen laten samenwerken zodat we onze vraag voor diverse waterbronnen (regenwater, grondwater, oppervlaktewater, drinkwater, grijs water, …) meer kunnen spreiden in tijd en ruimte.

In deze context inspireren navigatieplatformen als Waze, Google Maps,…. In dergelijke platformen zijn gedetailleerde wegenkaarten ingeladen, maar de sterkte van deze platformen wordt geleverd door de data die ter beschikking wordt gesteld vanuit de veelheid aan gebruikers. Indien één autobestuurder gebruikt maakt van deze platformen, dan fungeert dit als een gewone GPS die je een standaard route voorstelt met ingeschatte aankomsttijd. Hoe meer autobestuurders gebruik maken van dit platform, hoe meer functionaliteiten plotseling oppoppen: bv. de verzadiging van bepaalde wegen en de beslissingsregel om dan een alternatieve route voor te stellen. 

Analoog kan je een platform opzetten voor private regenwaterputten waar een simpele digitale pluviometer en hoogteniveaumeter, is op aangesloten. Indien op een dergelijk platform slechts één regenput is aangesloten zal dit je informatie geven over hoeveel neerslag er bij jou gevallen is en hoeveel liter er nog in je put zit. Evenwel, indien je dit opschaalt naar 100.000 en meer regenwaterputten verspreid over Vlaanderen, dan krijgen we plots inzicht in de effectieve neerslag, de leegstand van de putten, de beschikbare buffercapaciteit etc., en dit verspreid over tijd en ruimte.  En kunnen voor uw put gepaste acties worden voorgesteld: regenwater laten infiltreren, afvoeren naar de riolering, inzetten voor drinkwaterproductie, injecteren op drinkwaternet, aftappen van het rioleringsnet, … Waarbij de algemene basisregel voor het waterniveau in uw waterput is “Hou voldoende afstand van de overloop” en “Raak de bodem niet aan” en dit door te kijken naar de regenputten in de omgeving.

De uitdaging voor ons watersysteem is niet het de definiëren van complexe hiërarchische- en beslissingsstructuren maar het definiëren van een aantal simpele sturingsregels waar we met zijn allen aan de slag mee kunnen.