Op 21 juni heeft de Vlaamse Regering, na advies van de Raad van State, een reeks wetswijzigingen definitief goedgekeurd beter bekend als de VLAREM Grondwatertrein. Dat besluit is gericht op het verminderen van waterverlies door drainages, bemalingen en andere ontwateringsmethoden. Op die manier komen we opnieuw een stapje dichter bij een Vlaams sponslandschap.

Het definitieve besluit wijzigt een reeks bepalingen uit titel II van het VLAREM, VLAREL en het omgevingsvergunningsbesluit. Het Vlaams klimaatadaptatieplan en de Blue Deal gaven, onder andere, aanleiding tot de wijzigingen in het grondwaterbeleid.

Een greep uit de gewijzigde of nieuw gedefinieerde types water:

  • Bemalingswater: opgepompt grond- en bodemwater bij een bemaling
  • Afvalwater: het verontreinigde water waarvan je je ontdoet, je moet ontdoen of de intentie hebt van te ontdoen, met uitzondering van hemelwater dat niet in aanraking is geweest met verontreinigde stoffen en water afkomstig van drainage.
  • Hemelwater dat niet in aanraking is geweest verontreinigde stoffen. Hemelwater afkomstig van: 
    • Dakoppervlakken en parkeerplaatsen, opstijg-, start-, landingsbanen of -plaatsen en taxiwegen, omlopen voor motorvoertuigen, wandel- en fietspaden;
    • Andere verharde oppervlakken die niet behoren tot een ingedeelde inrichting of activiteit;
    • Andere verharde oppervlakken die behoren tot een ingedeelde inrichting of activiteit, als er op die oppervlakken geen verontreinigende stoffen terechtkomen ingevolge de activiteiten van die ingedeelde inrichting of activiteit.
       

Wat verandert er?

Bemalingen:

  • Bemalingswater wordt niet langer aanzien als bedrijfsafvalwater, maar als een apart type afvalwater. De milieuvoorwaarden voor de lozing ervan werden hierop afgestemd.
  • Om het effect van de bemaling op de grondwatervoorraad zo veel mogelijk te beperken, wordt een bemalingscascade toegepast met de volgende prioriteitsvolgorde:
    • 1: minimalisering van het onttrokken volume. De bemalingspompen worden automatisch aangestuurd om enkel het strikt noodzakelijke grondwaterpeil te verlagen. Daarnaast wordt het opgepompte water zo veel mogelijk terug in de ondergrond gebracht, waarbij strenge kwaliteitsnormen gelden voor het teruggeleide bemalingswater;
    • 2: het nuttige gebruik van bemalingswater zoals veegwagens spoelen, de tuin bewateren, of een afnamepunt bij voldoende hoog debiet;
    • 3: het lozen van bemalingswater in oppervlaktewater, in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of in het gedeelte van de gescheiden riolering dat bestemd is voor de afvoer van hemelwater;
    • 4: enkel wanneer bovenstaande opties niet haalbaar zijn door de best beschikbare technieken, wordt het bemalingswater geloosd in de openbare riolering.

Drainage:

  • Voor klassieke drainages was er al een meldingsplicht. Afhankelijk van de datum van het drainagesysteem, of de drainage al dan niet gemeld werd voor 2022, en de ligging is er nu ook een vergunningsplicht. De ligging wordt vooral bepaald door de afstand tot speciale beschermingszones (natura2000), het Vlaams Ecologisch Netwerk, valleigebied, of vallei- of brongebied. 
  • Vanaf 1 juli 2025 moeten alle nieuw aangelegde of volledig vernieuwde drainagesystemen zo worden ontworpen dat de afvoer van bodem- en grondwater regelbaar is, inclusief de mogelijkheid om die volledig te stoppen (bekend als peilgestuurde drainage). Dat geldt echter niet voor gebieden waar op basis van specifieke criteria zoals helling, bodemdoorlatendheid en grondwateraanvoer, peilgestuurde drainage als ongeschikt wordt beschouwd. De exacte kaart met die gebieden moet nog worden ontwikkeld. Via de WaterRadar (klik op ‘vraag en aanbod’, en klik op kaartlaag ‘PGD beta’) kun je een kansenkaart vinden voor peilgestuurde drainage. Verschillende projecten leiden tot kennis en inzichten op vlak van peilsturing van drainages: OP-Peil en Potenties om zoetwaterbeschikbaarheid in het Kust- en Poldersysteem te verbeteren

Geothermie:

  • Spuiwater kan zonder extra vergunning geïnfiltreerd worden in de freatische laag. Let wel: dat geldt enkel voor spuiwater dat niet afkomstig is van chemische regeneratie. 
  • Vanaf 1 juli 2025 moet het grondwater worden rondgepompt in een leidingsysteem dat fysiek is afgesloten van het water in het gebouwsysteem door een dubbelwandige warmtewisselaar. 
  • Alleen als alle druktesten lekken uitsluiten, kan er aan het water antivriesmiddel worden toegevoegd. Toegelaten antivriesmiddelen zijn monopropyleenglycol of bietenderivaat. De Vlaamse Milieumaatschappij kan de toegelaten antivriesmiddelen wijzigen of aanvullen.
  • De temperatuur van het grondwater dat opnieuw wordt geïnjecteerd, bedraagt maximaal 25 °C.

Grondwaterwinningen:

  • Grondwatergebruik voor huishoudelijke doeleinden is beperkt tot maximaal 30 m³ per gedomicilieerde. Winningen tot 150 m³ zijn niet ingedeeld. 
  • Vanaf 1 juli 2025 is een debietmeter verplicht, net als het voldoen aan technische voorschriften, ook op niet-ingedeelde inrichtingen. Het precieze aantal winningen die van een debietmeter moeten worden voorzien is niet gekend, maar het zijn er minimaal 50.000 (op basis van het aangemelde aantal eigen waterwinners). Op basis van een aantal enquêtes wordt geschat dat het om meer dan 200.000 installaties kan gaan.
  • Vergunningsplichtige grondwaterwinningen die langer dan tien jaar in exploitatie zijn, moeten minimaal elke tien jaar worden gecontroleerd en onderhouden door een erkend boorbedrijf. Staan daarbij op het programma: de staat van de winningsputten, de peilputten en de debietmeters.

Kunstmatig aanvullen grondwater:

  • Een peilbuizennetwerk is enkel sectoraal verplicht wanneer je kunstmatig aanvult en bij aanvulvolumes van meer dan 30.000 m³ per jaar.
  • Er moeten regelmatige peilmetingen worden uitgevoerd in de peilputten. Die omvatten vier metingen vóór de start, wekelijkse metingen gedurende de eerste maand, en vervolgens maandelijkse metingen.
  • Voor je start met aanvullen, moet het water getest worden door een erkend laboratorium op parameters zoals pH, geleidbaarheid, temperatuur en diverse chemische stoffen.
  • Het ingebrachte water moet voldoen aan de milieukwaliteitsnormen voor grondwater. Die omvatten specifieke eisen voor ongewenste stoffen, toxische stoffen, en fysisch-chemische parameters zoals geleidbaarheid, chlorideconcentratie en temperatuur. Voor microbiologische parameters moet het normenkader niet worden gevolgd. Wanneer ook het ontvangende water een afwijkende samenstelling heeft, kan je een uitzondering bekomen voor bovenstaande veristen.
  • De exploitant is verplicht om een register bij te houden met de resultaten van de peilmetingen en de wateranalyses, en de hoeveelheid kunstmatig aangevuld water. Dat register moet toegankelijk zijn voor toezichthoudende autoriteiten.
  • Wat val niet onder het ‘kunstmatig aanvullen van grondwater’?
    • Infiltratie van niet-verontreinigd hemelwater zoals WADI’s, of onder- en bovengrondse infiltratiebekkens en -kratten. 
    • Irrigatie

Het is duidelijk dat dit een grondige herziening is waarmee heel wat beleidsdoelstellingen uit de beleidsnota van het domein omgeving 2019-2024 zijn ingevuld. In de Grondwatertrein zijn heel wat strategische maar ook operationele doelstellingen opgenomen en worden verschillende acties uit het Actieplan Droogte en Wateroverlast ingevuld. Deze vernieuwde grondwatertrein levert heel wat handvatten om een beter beheer mogelijk te maken van kwalitatief en kwantitatief grondwater.

De grondwatertrein treedt deels in werking tien dagen na de publicatie van het besluit in het Belgisch Staatsblad. De overige aanpassingen gaan in nadat het omgevingsloket wordt aangepast, maar hiervoor moet nog een exacte datum worden bepaald door de bevoegde minister.

Meer weten? Lees dan het volledige besluit van de Vlaamse Regering (21 juni 2024).

Ook interessant: op 24 september 2024 organiseren Departement Omgeving en de VMM een digitaal beleidsforum omtrent deze grondwatertrein. De aanpassingen die in DOV worden doorgevoerd, kan je volgen via hun nieuwsbrief.