Terugblik op het startevent van Schone Waterlopen door O3G
Op 8 februari 2024 vond het startevent plaats van het Interreg Vlaanderen-Nederland project Schone Waterlopen door O3G dat focust op de verwijdering van organische microverontreinigingen uit RWZI-effluent door ozonisatie (O3) en Granulair Actief Kool (GAK). Een 115-tal deelnemers verzamelde in het hoofdkantoor van Aquafin, een van de projectpartners. De dag ging van start met een plenair gedeelte waarin het Europese kader rond stedelijk afvalwater en de Vlaamse en Nederlandse kijk op het topic werden geschetst. Vervolgens werd het project voorgesteld via een interactieve panelsessie en na een netwerklunch gingen we in de diepte via een aantal thematische werktafels. Daarnaast konden de aanwezigen ook een bezoek brengen aan de RWZI Aartselaar die recent werd uitgebreid met full-scale ozonisatie en GAK.
UWTD door een Europese, Vlaamse en Nederlandse beleidsbril
Na een verwelkoming door moderator Lode Roels en gastvrouw Marjoleine Weemaes, Directeur Business Development en Innovatie van Aquafin, doken we al snel in de diepte met een toelichting van Nele-Frederike Rosenstock, beleidsmedewerker Directoraat-Generaal Milieu binnen de Europese Commissie. Ze ging dieper in op hoe de nieuwe Urban Wastewater Treatment Directive (UWTD) tot stand kwam en wat de doelstellingen en krijtlijnen van de nieuwe UWTD zijn. Zo gaf ze mee dat er eerder gefocust zal worden op een breed gamma aan micropolluenten in plaats van op individuele stoffen, waarbij de kans zou bestaan dat opgestelde lijsten snel achterhaald zouden zijn.
Een van de grote vragen is wie de gevolgen van een strenger beleid zal betalen. Rosenstock verwees naar de zogenaamde producer responsibility. Het principe ‘de vervuiler betaalt’ zal vooral een impact hebben op de cosmetica- en farma-industrie, die verantwoordelijk zijn voor het merendeel van de micropolluenten in de Europese afvalwateren. Daarnaast ging ze in op het belang van (i) een transparant beleid, (ii) toegang tot sanitaire voorzieningen voor elke laag van de bevolking, en (iii) de impact van afvalwater op de volksgezondheid.
Ook al moeten er nog een aantal hordes genomen worden voor dit alles zich vertaalt in concrete wetgeving, Rosenstock gaf toch duidelijk aan waar bedrijven zich in de toekomst aan kunnen verwachten. Meer details over de herziene UWTD vind je hier.
Na een blik op de komende Europese wetgeving, zoomden we in op de Vlaamse en de Nederlandse situatie. Voor de Vlaamse context gaven we het woord aan Kris Van den Belt, Diensthoofd – Toezichthouder ambtenaar Drinkwater, Watervoorziening en Gemeentelijke Sanering bij de VMM. Van den Belt verwees naar de focus op de omgevingsvergunning, in lijn met de Europese richtlijnen. Daarbij staan de zeer zorgwekkende stoffen hoog op de agenda. Momenteel is er nog veel werk aan de winkel om in kaart te brengen hoe onze waterlopen ervoor staan. Er is bijvoorbeeld een grondigere monitoring nodig om een beter zicht te krijgen op de vervuilende factoren. Net als Rosenstock verwees ook Van den Belt naar de impact van medicatiegerelateerde stoffen in ons oppervlaktewater als gevolg van afvalwater van ziekenhuizen en farmaceuticabedrijven.
In de toekomst zullen heel wat RWZI’s moeten uitbreiden met extra installaties om te voldoen aan de nieuwe regelgeving en de zogenaamde areas at risk te beschermen. Intrekgebieden zijn een voorbeeld van zo’n risicogebied en die zullen een specifieke aanpak vereisen die wordt bepaald door de gedetecteerde risico’s. Tot slot haalde Van den Belt nog twee complicaties aan: de stijgende kostprijs om effluent te zuiveren bij droogte, en de beschikbare tijd om de grotere RWZI’s uit te breiden. Voor dat laatste zal allicht een risicogebaseerde aanpak gehanteerd worden om de juiste prioriteit aan elke specifieke RWZI te kunnen toekennen.
Ook bij onze noorderburen is er nog heel wat werk aan de winkel volgens Oscar Helsen, senior beleidsmedewerker Waterkwaliteit en Waterketen bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Via een sprekend beeld van een vrolijke paling in schijnbaar schoon water schetste Helsen moeiteloos de Nederlandse situatie. Zo zijn ook daar heel wat micropolluenten aanwezig in het oppervlaktewater. Anderzijds is er verder onderzoek nodig om een aantal vragen te beantwoorden zoals: wat is de impact van het geselecteerde meetpunt op de resultaten van een hotspotanalyse? Op welk beeld moeten we ons baseren om te bepalen welke RWZI’s moeten uitbreiden en welke niet?
Helsen benadrukte ook het belang van een ketenaanpak waarbij de bewustwording bij alle betrokken partijen toeneemt. Zo ziet hij zeker een rol voor de (voorschrijvende) artsen en apothekers, die zich niet altijd bewust zijn van hun potentiële impact. Ook het Nederlandse ministerie steunt die ketenaanpak met subsidies, en baseert zich onder andere op de Zwitserse aanpak van medicijnresten in het water. Dat is niets te vroeg, want Europa legt haar lidstaten krappe tijdshorizonten op en er is dus dringend actie nodig.
Meer weten? Bekijk hier de presentaties van het plenaire gedeelte.
Schone Waterlopen door O3G: wat, hoe en wie?
Tijdens het eerste panelgesprek gingen Birte Raes (Aquafin), Angelo De Mul (PureBlue), Veerle Depuydt (VITO-Vlakwa) en Ruud Schemen (Waterschap De Dommel) in op hoe de samenwerking tussen de verschillende projectpartners tot stand kwam. Ze onderschreven het belang van een Vlaams-Nederlandse samenwerking die focust op kennisuitwisseling omtrent een schoner effluent. Raes ziet vooral opportuniteiten rond de volgende drie pijlers: (i) technologie en kosten-efficiënt beheer van sturingsmechanismen; (ii) monitoring van complexe stoffen; en (iii) een brede kijk op het geheel, bijvoorbeeld via een levenscyclusanalyse (LCA).
Alle partners waren het erover eens dat een combinatie van ozonisatie en GAK heel beloftevol was, maar dat we beide technieken nog slimmer zouden moeten kunnen combineren. Op die manier zouden we nog meer voordelen kunnen creëren en tegelijkertijd de nadelen minimaliseren. Ook het belang van een integrale kijk op waterzuivering werd aangehaald, met als ideaalbeeld een zuiveringskringloop die CO2-neutraal is.
Lode Roels focuste via het tweede panel moeiteloos op de uitdagingen die te maken hebben met de data binnen Schone Waterlopen door O3G. Gingen hier graag op in: Wim Audenaert (AM Team), Freddy Dardenne (UAntwerpen), Kristof Demeestere (UGent), Jan Dries (UAntwerpen), en Maria van Schaik (HZ University). Er is zo’n breed scala aan micropolluenten dat het onmogelijk is om alles te meten. Binnen het project focussen we dan ook op twee sporen: de lijsten die het beleid aanlevert, en een beredeneerde lijst met extra stoffen op basis van labowerk. Zulke individuele micropolluenten kan je helaas niet meten met (online aangestuurde) sensoren, maar enkel via arbeidsintensieve analyses. Toch wil het project onderzoeken hoe bestaande online technieken de waterkwaliteit kunnen monitoren tijdens de verschillende zuiveringsstappen. Op die manier kunnen verbanden worden gezocht die misschien toch zullen kunnen bijdragen aan het sturingsproces.
In de namiddag stonden twee uiteenlopende activiteiten op het programma: enerzijds konden de aanwezigen de RWZI Aartselaar bezoeken, inclusief de nieuwe O3 en GAK-installaties. Parallel werden werktafels georganiseerd die focusten op vier onderwerpen die centraal staan in het project Schone Waterlopen door O3G:
- Het potentieel van grijze en groene infrastructuur
- Hoe we digitale tools en data slim kunnen inzetten
- Waarom een integrale kijk op (afval)waterzuivering noodzakelijk is
- Zuiveringstechnologie beoordelen met levenscyclusanalyse (LCA)
Tijdens de werktafels werden de projectuitdagingen grondig besproken en gingen experts uit allerlei hoeken in overleg om leerlessen te delen en oplossingen te zoeken.
Download hier de belangrijkste bevindingen uit die vier sessies!
Het was zonder twijfel een boeiende dag en we gaan vol enthousiasme aan de slag met alle feedback die we mochten ontvangen.
Zelf nog even nagenieten? Bekijk dan zeker het fotoalbum!