Vanaf heden is een watertoelating verplicht om gezuiverd huishoudelijk of industrieel afvalwater te gebruiken voor irrigatie. De watertoelating geldt zowel voor landbouwirrigatie als voor de beregening van sportterreinen en openbaar groen. Wat houdt zo’n watertoelating in?

Toepassing van de Europese Verordening in Vlaanderen

Europa wil het hergebruik van gezuiverd afvalwater stimuleren. Daarom vaardigde de EU in 2020 een verordening uit die minimale kwaliteitseisen voor waterhergebruik opsomt. De Vlaamse Milieumaatschappij vertaalde deze verordening in 2023 naar Vlaamse wetgeving. Die biedt nu een wettelijk kader om afvalwater een tweede leven te geven als irrigatiewater in Vlaanderen. Dit kan zowel gezuiverd huishoudelijk als gezuiverd bedrijfsafvalwater zijn. De vereisten maken een onderscheid tussen irrigatie voor de land- en tuinbouw en irrigatie voor niet-landbouw zoals sportvelden en openbaar groen.

Hoe krijg je een watertoelating?

Bedrijven die gezuiverd afvalwater willen aanbieden, moeten nu een watertoelating aanvragen bij de Vlaamse Milieumaatschappij. De hoofdmoot van de toelatingsaanvraag bestaat uit een risicoanalyse. Die schat het risico van het hergebruik in voor het milieu en de volksgezondheid. Daarnaast vereist de aanvraag ook een gedetailleerde omschrijving van het waterhergebruiksysteem en een monitoringsplan om de waterkwaliteit op te volgen. 

Na een ontvankelijkheidscheck, vraagt VMM advies aan verschillende Vlaamse instanties zoals Departement Zorg, Agentschap Landbouw en Zeevisserij, ANB, VLM en OVAM. VMM informeert ook het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) over de aanvraag. De kandiderende bedrijven moeten ook blijven voldoen aan de richtlijnen opgesteld in de autocontrolegidsen van het FAVV. De aanvraag vergt een behandelingstijd van 90 dagen, en een watertoelating geldt 10 jaar.

Welke vereisten gelden voor de waterkwaliteit?

Voor irrigatie voor de land- en tuinbouw definieert Europa 4 kwaliteitsklassen gaande van voedingsgewassen die je rauw eet tot verwerkte voedingsgewassen en energiegewassen. Hoe minder het eetbare deel van het gewas in rechtstreeks contact komt met het water, hoe soepeler de kwaliteitseisen. De eisen versoepelen ook naarmate het gewas meer wordt verwerkt. De opgelegde kwaliteitseisen per klasse vind je hieronder in Tabel 1.

Klasse 

Kwaliteitseisen

 

E. coli (#/100 ml)

BZV5
(mg/l)

TSS
(mg/l)

Troebelingsgraad (NTU)

Overige

 

A

≤ 10

≤ 10

≤ 10

≤ 5

Legionella spp.: < 1000 kve/l waar er een verstuivingsrisico bestaat Rondwormen (wormeieren): ≤ 1 ei/l voor irrigatie van weidegewassen of diervoedergewassen

 

B

≤ 100

≤ 25

In overeenstemming met Richtlijn 91/271/EEG (bijlage I, tabel 1)

≤ 35

In overeenstemming met Richtlijn 91/271/EEG (bijlage I, tabel 1)

/

 

/

 

C

≤ 1.000

 

D

≤ 10.000

/

 

Tabel 1. Kwaliteitseisen van het teruggewonnen water per kwaliteitsklasse voor de irrigatie van land- en tuinbouw.

Naast deze normen die voortvloeien uit de Europese Verordening, kan VMM nog bijkomende kwaliteitseisen opleggen om milieu en volksgezondheid te beschermen. Misschien brengt de risicoanalyse parameters aan het licht waarvoor normen gelden of waarvoor een bovengrens wenselijk is. Denk hier bijvoorbeeld aan PFAS en farmaceutische stoffen. De waterkwaliteit moet dus milieu en volksgezondheid beschermen, maar moet natuurlijk ook gunstig blijven om landbouwgewassen te irrigeren. In dat licht is het wenselijk om macronutriënten zoals Na, Ca, Mg en Cl te toetsen aan de richtlijnen voor irrigatiewater. Die richtlijnen zijn geen vaste grenzen maar je kunt ze interpreteren in functie van het specifieke gewas en het gewasstadium.

Voor irrigatie voor niet-landbouwtoepassingen legt VMM kwaliteitsklasse C op als de kans op menselijk contact groot is, zoals bij sportvelden. Kwaliteitsklasse D wordt dan weer opgelegd als er weinig kans is op menselijk contact, zoals bij groenplantsoen.

Hoe moet je de waterkwaliteit monitoren?

Gezuiverd huishoudelijk afvalwater voor landbouw

Als je gezuiverd huishoudelijk afvalwater voor landbouwirrigatie gebruikt, geldt een strikte monitoringsfrequentie voor de parameters uit de Europese regelgeving. Die worden weergegeven in onderstaande Tabel 2.

Klasse

E. coli

BZV

TSS

Troebelingsgraad

 Legionella 

Rondwormen

A

1x/week

1x/week

1x/week

Doorlopend

2x
/maand

2 x/maand of op basis
van het aantal eitjes in het afvalwater dat de waterterugwinnings-
voorziening binnenkomt

B

1x/week

(4-24x/jaar)
In overeenstemming met Richtlijn 91/271/EEG (bijlage I, deel D)

(4-24x/jaar)
In overeenstemming met Richtlijn 91/271/EEG (bijlage I, deel D)

/

C

2x/maand

/

D

2x/maand

/

                 

Tabel 2. Monitoringsfrequentie per kwaliteitsklasse voor de irrigatie van land- en tuinbouw met gezuiverd huishoudelijk afvalwater.

Alle bijkomende parameters die de watertoelating oplegt, moeten minstens jaarlijks geanalyseerd worden, tenzij anders wordt bepaald bij de beoordeling van de toelatingsaanvraag.

Bedrijfsafvalwater, of alle afvalwater voor niet-landbouw

Voor irrigatie met bedrijfsafvalwater en voor irrigatie van niet-landbouwtoepassingen bepaalt de risicoanalyse de monitoringsfrequentie. Uitgangspunt is dat de parameters opgenomen in de watertoelating opnieuw minstens jaarlijks moeten worden geanalyseerd, tenzij anders bepaald bij de beoordeling van de aanvraag.

En in de praktijk?

VMM ontwikkelt momenteel een sjabloon dat de aanvraag structureert in 4 modules. Er wordt informatie gevraagd over onder meer landgebruik, bodemopbouw en de hydrogeologische kenmerken van het irrigatiegebied. In de praktijk zal begeleiding van een studiebureau wenselijk zijn om de watertoelating aan te vragen.

Gezuiverd huishoudelijk afvalwater bevat gemiddeld 100.000 E. coli/100 ml. Dat impliceert dat voor eender welke toepassing voorafgaande desinfectie nodig is. Ook valt niet te ontkennen dat gezuiverd huishoudelijk afvalwater een allegaartje aan zorgwekkende stoffen kan bevatten, wat de risicoanalyse uitdagend maakt.

Gezuiverd bedrijfsafvalwater is doorgaans weinig microbieel beladen. Hier kunnen chemische stoffen zoals zware metalen een aandachtspunt zijn, of kan een hoge chloridenconcentratie de bruikbaarheid voor landbouw beperken.

Inmiddels definieerde VLM een omslagpunt voor het stikstof- en fosforgehalte in gezuiverd afvalwater. Bevat het gezuiverd afvalwater meer dan 15 mg N/l en 2 mg P/l, dan wordt het gezuiverd afvalwater beschouwd als meststof. Dat impliceert dat de afnemers het gebruikte volume water en de bijhorende N en P concentratie moeten rapporteren in hun mestbankaangifte.

Fevia beschikt nog over een generieke grondstofverklaring die geldig is tot 1 juni 2026. (Voedings)bedrijven die al gezuiverd afvalwater aanbieden als irrigatiewater kunnen hiervan nog gebruik maken in afwachting van hun watertoelatingsaanvraag.

En nu? Ik wil een toelating aanvragen

De watertoelatingsaanvraag lijkt een vette kluif en misschien zakte de moed je inmiddels in je schoenen. Vlakwa en Inagro begeleiden momenteel de watertoelatingsaanvraag van Ardo-Inero. Dit document maken we daarna deels publiek beschikbaar zodat kandiderende bedrijven er informatie kunnen uitpuren. Bovendien gaan we in dialoog met VMM om het sjabloon voor de toelating nog te verfijnen op basis van deze praktijktoets.

Tot slot nog een lichtpuntje: sinds 1 januari 2024 geniet de aanbieder van teruggewonnen water een vrijstelling voor de heffing op waterverontreiniging voor het aangeboden volume. De aanbieder en afnemer moeten een overeenkomst opstellen en voorwaarden opvolgen. De regeling heeft effect op het daaropvolgende heffingsjaar. Bedrijven die de administratie in 2024 in orde brengen, plukken er dus de vruchten van in heffingsjaar 2025.

Studiebureaus

Ben je een studiebureau dat bedrijven kan begeleiden bij een watertoelatingsaanvraag? Geef je gegevens door aan Charlotte Boeckaert. Vlakwa maakt een lijst op en stelt die ter beschikking van bedrijven die om hulp vragen.