Gezuiverd afvalwater als irrigatie-alternatief voor verzilt grondwater
Gezuiverd afvalwater van Aquafin is microbieel beladen en moet worden gedesinfecteerd om irrigatie volgens de EU verordening mogelijk te maken.
Aquafin stelt sinds 2017 gezuiverd afvalwater van sommige RWZI’s ter beschikking voor irrigatie. Momenteel is het enkel af te halen bij 46 bemande én technisch geschikte RWZI’s die een grondstofverklaring verkregen.
In de landelijke omgeving van Sint-Amands (Puurs) is een onbemand RWZI dat omringd is door landbouwpercelen. Door de getijdenwerking is de Schelde ter hoogte van Sint-Amands zout, wat ook het grondwater beïnvloedt. De landbouwers zijn er dus dringend op zoek naar een alternatieve waterbron.
Kunnen ze het gezuiverde afvalwater van RWZI Sint-Amands hergebruiken om te irrigeren voor het voorgoed naar de zee stroomt? Hoe is de kwaliteit? Is er verdere zuivering nodig? Dat onderzoekt het AWAIR-project (gezuiverd AfvalWAter voor IRrigatie).
Meetcampagne
Afgelopen zomer deed Aquafin in het kader van de Operationele Groep AWAIR een meetcampagne op dit RWZI. Hieruit bleek dat de RWZI Sint-Amands vlot voldoet aan de vooropgestelde richtlijnen voor organisch materiaal en nutriënten.
De conductiviteit (EC) en het natrium- en chloridegehalte van het gezuiverde afvalwater bedragen gemiddeld respectievelijk 800 µS/cm, 79 mg/l en 129 mg/l. Hiermee voldoet de conductiviteit aan de richtlijnen in de Praktijkgids Water van departement Landbouw & Visserij. De natrium- en chloride gehaltes zijn gemiddeld wel hoger (richtwaarde van 60 en 100 mg/l, respectievelijk).
Neerslag (in de winter) of irrigatiewater met een lager zoutgehalte spoelt zouten weg. Indien zouten onvoldoende worden uitgespoeld, treedt er aanrijking van Na en Cl in de bodem op. Dergelijke verzilting van de bodem op lange termijn is een belangrijk aandachtspunt.
E. coli
Recent werd de Europese Verordening inzake minimumeisen voor hergebruik van water goedgekeurd. Hierbij gelden specifieke eisen omtrent o.a. het E. coligehalte.
De toegelaten E. coliconcentratie wordt bepaald door de gebruikte irrigatiemethode (sprinkler- versus druppelirrigatie) en de gewascategorie (rauwe consumptie versus verwerking). Een totaal van 13 stalen van het gezuiverde afvalwater van Sint-Amands werd onderzocht op E. coli, de meest gebruikte indicator voor fecale verontreiniging.
De resultaten schommelen sterk (minimum 2.480 kve/100 ml en maximum 130.000 kve/100 ml), en voldoet daarmee nooit aan klasse C (≤ 1.000 kve/100 ml) en slechts soms aan klasse D (≤ 10.000 kve/100 ml). Verdere desinfectie van het gezuiverde afvalwater is dus vereist maar de benodigde microbiële reductie varieert sterk in de tijd.
Desinfectie
Het proefstation voor de Groenteteelt plaatste een mobiele container op het aanpalende landbouwperceel. Op dit perceel werd venkel geteeld via druppelirrigatie. De zuivering bestond uit een zandfilter, een actievekoolfilter en de dosering van waterstofperoxide. Er kon een debiet van 4-5 m³/u worden behandeld. In onderstaande figuur wordt het E. coligehalte vóór, 1 uur na en 3 dagen na desinfectie weergegeven.
Vlak na de desinfectie bereikte de E. coliconcentratie niet altijd de norm van kwaliteitsklasse C (≤ 1.000 kve/100 ml). Dit was sterk afhankelijk van de beginconcentratie E. coli in het RWZI-effluent en de gedoseerde hoeveelheid waterstofperoxide.
Opmerkelijk is dat na 3 dagen de E. coliconcentratie bijna altijd onder de detectielimiet van 100 kve/100 ml ligt, ook wanneer er géén zuivering plaatsvond. Dat het aantal E. coli daalt naarmate de wachttijd in de opslagcontainer stijgt, kan te wijten zijn aan microbiële afbraak door licht (UV), maar ook temperatuur en zuurstof hebben hier een invloed op.
Door actieve desinfectie zullen de irrigatienormen uiteraard versneld worden behaald. Komende zomer zal de E. coliverwijdering in functie van de tijd beter in kaart worden gebracht en zal nodige dosis waterstofperoxide verder worden geoptimaliseerd.
Het AWAIR-project (gezuiverd AfvalWAter voor IRrigatie) wordt uitgevoerd door PSKW, Aquafin en Vlakwa. Het project ontvangt steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en het Departement Landbouw & Visserij van de Vlaamse overheid.