Een van de leerlessen uit het Interreg 2 Seas project Fresh4Cs is dat je de fundamenten voor een consortium het best heel vroeg legt, eigenlijk al in de pre-proposal fase. Zo werd het zaadje voor Aquatuur bijna twee jaar geleden geplant. Een ding werd al snel duidelijk: we willen cocreëren met de natuur en inzetten op natuurgebaseerde oplossingen die zowel milieu- als maatschappijgerichte doelen helpen te bereiken. Na een lange voorbereidingsweg ging onlangs het Aquatuurproject officieel van start binnen het zesde programma van Interreg Vlaanderen-Nederland.
De komende drie jaar gaan we in de Scheldemondregio (Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland) natuurgebaseerde groenblauwe oplossingen demonstreren (NGBO’s). Zo willen we de waterkwaliteit en -kwantiteit verhogen met oog voor een systemische aanpak waarin socio-ecologische en -economische waarden geïntegreerd zijn. Hiervoor rollen we negen activiteiten uit, samen met negen enthousiaste partners: provincie Zeeland, Inagro, Gemeente Schouwen-Duiveland, Universiteit Gent, Gemeente Noord-Beveland, Vlaamse Milieumaatschappij, HZ University of Applied Sciences, de Vlaamse Landmaatschappij en Vlakwa - VITO als projectcoördinator.
Soms te veel water, maar vaak te weinig
Het regent steeds minder vaak vaak en wanneer het dan regent, zijn de buien vaak heel intens. Water bufferen kan een oplossing bieden om neerslagoverschotten langer vast te houden in periodes van droogte. Ook al heeft ondergrondse opslag een enorm potentieel, het complexe karakter van locatiespecifieke uitdagingen, beheer en regelgeving maken dit niet eenvoudig. Binnen Aquatuur demonstreren we ondergrondse wateropslag aan de hand van kreekruginfiltratie. Op die manier willen we vanuit het project de complexiteit reduceren en de repliceerbaarheid verhogen. Partners: gemeente Schouwen-Duiveland en de provincie Zeeland.
Bovengronds worden ook zoetwaterbekkens meer en meer als oplossing gezien om te bufferen. Binnen Aquatuur wordt onderzocht hoe we zulke bekkens een welgekomen gast kunnen laten zijn in het landschap, welke ecologische stapstenen we kunnen creëren, en hoe we ecologische vallen kunnen vermijden. Partners hierbij zijn de gemeente Noord-Beveland, Inagro en de Provincie Zeeland.
Hoe kunnen we een mogelijk surplus aan water in natuurgebieden inzetten voor de landbouw? Kan er synergie ontstaan tussen natuur en landbouw rond wateruitwisseling? Dat wil Vlakwa - VITO samen met de provincie Zeeland onderzoeken binnen zeven gebieden in Vlaanderen en Nederland.
En de kwaliteit?
Onze oppervlaktewateren hebben in vele gevallen niet de gewenste kwaliteit in functie van het gebruik en de vooropgestelde milieukwaliteitsnormen. Daarom demonsteren we binnen Aquatuur verschillende constructed wetlands (CW’s) op pilootschaal en ook full-scale voor het opwaarderen van oppervlaktewater:
- Kennisinstellingen HZ University of Applied Sciences, Universiteit Gent en VITO WaterKlimaatHub onderzoeken welk type constructed wetland optimaal is voor de zuivering van oppervlaktewater zodat het als geschikte waterbron voor verschillende toepassingen kan worden ingezet. De constructed wetland pilots worden getest op de verwijdering van zware metalen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen, pesticiden, PFAS en microplastics.
- In Oostkamp in de provincie West-Vlaanderen (stroomgebied Rivierbeek en Hertsbergebeek) worden vooral tijdens de zomer na lange periodes van droogte en daaropvolgende intense regenbuien de normen voor stikstof en fosfor frequent overschreden. Gezien diffuse pollutie de grootste bijdrage levert (±75%), werd gezocht naar een oplossing om het zelfzuiverende vermogen van de beek te stimuleren. Omdat die beek door landschappelijk waardevol agrarisch gebied stroomt, opteert de VMM als waterwegbeheerder voor een natuurgebaseerde groenblauwe en landschappelijk inpasbare oplossing onder de vorm van een full-scale CW (1,5ha). VMM doet dit samen met UGent en HZ University of Applied Sciences.
- De Kraenepoel (Aalter, provincie Oost-Vlaanderen) is een ecologisch heel waardevolle vijver van ±20 ha die sterk lijdt onder eutrofiëring en verdroging. Hydrologische maatregelen worden voorzien om tot een hogere watertoevoer te komen met water uit intensief landbouwgebied en run-off water van een snelweg. Dat lost het droogteprobleem op, maar zorgt voor nieuwe vragen rond waterkwaliteit. Daarom worden NGBO’s (ijzerzandfilter en wetland) voorzien om de kwaliteit van dit extra toegevoerde water (geschat 670 m³/dag) te verbeteren. Aquatuur zal bijdragen aan inrichtingsvisie, technisch ontwerp, monitoringsplan, evaluatie en stakeholderoverleg. Partners hierbij zijn de VLM, UGent, en HZ University of Applied Sciences.
Repliceren – wegwerken van niet-technische barrières
De slaagkans van de NGBO’s die we binnen Aquatuur willen uitrollen, is vaak afhankelijk van een aantal niet-technische barrières, zoals bestaande denkpatronen, institutionele regels, benodigde kennis, dialoog en verbondenheid tussen stakeholders en beleidskaders. Daarom willen in het project ook aandacht besteden aan oplossingen voor die minder tastbare barrières. Op basis van een actorenanalyse, systemische waardering (met focus op waterbeschikbaarheid en ecosysteemdiensten), en dialoog wordt door HZ University of Applied Sciences gezocht naar een duurzaam verdien- of waardemodel. Aan het einde van het project zal ook een praktijkgids gepubliceerd worden, zodat we op een heldere manier inzicht kunnen geven in de do's-and-don'ts, werking, kostprijs, etc.
Bekijk zeker ook de projectwebsite!
-
Opstart
-
Startconferentie
-
Piloten, demonstraties en onderzoek
-
Slotconferentie en publicatie praktijkgids